Algemene informatie
1040
2.3 2.1
ETHYLENE OXIDE
Bepalingen

Volgens de beslissing van de Raad van Bestuur (MBZ) moet Ethyleenoxide in principe steeds rechtstreeks gelost of geladen worden, zonder vertoef op vrachtwagen, spoorwagen of kaai.

Verscheping van is toegelaten op de terminal van P&O North Sea Ferries aan de havendam en op de terminal van C-RO aan het Brittanniadok.

Behandeling van ethyleenoxide kan toegestaan worden, mits stipte naleving van hierna vermelde voorwaarden:

  • De lading wordt aangevoerd per spoor.
  • De lading die toekomt in het havengebied van Zeebrugge, dient nog dezelfde dag te worden verscheept.
  • Er wordt geen opslag van het product gedaan in Zeebrugge en de duur van het verblijf van het product in Zeebrugge wordt beperkt tot maximum twee uur.
  • De betrokken container moet permanent onder toezicht staan van een volledig uitgerust en getraind interventieteam.
  • De terminal moet beschikken over een tankcontainer met een voldoende hoeveelheid bluswater, zodat een onmiddellijke interventie mogelijk is.
  • Het transport van het product bij P&O North Sea Ferries wordt bij aanwezigheid van passagiers- of munitieschepen uitgesteld.
  • P&O North Sea Ferries, respectievelijk C-RO terminal, zal aan de brandweer van Brugge en aan de Havenkapitein of zijn afgevaardigde van Zeebrugge een map bezorgen, bevattende de technische specificaties van de containers die het ethyleenoxide zullen vervoeren, evenals de telefoon, faxnummers en emailadressen van die firma’s die technische bijstand kunnen verlenen in geval van nood.
  • Dit alles dient in orde en operatief te zijn vóór de aanvang van de daadwerkelijke verscheping van het product.

Anderzijds dient uiteraard de reglementering van alle andere vervoermodi (IMDG-code, RID en ADR), alsook de wetgeving enz., stipt opgevolgd, moeten door het controleorganisme S.G.S.-Redwood regelmatig steekproeven uitgevoerd worden, en dient de brandweer van Brugge regelmatig te rapporteren over de manier van behandeling.

Verwijzing codex
Voor verdere informatie, zie Sectie VIII: Bijzondere voorschriften